Miniholter

Een miniholter registreert zoals de klassieke holter het elektrocardiogram maar het toestel is kleiner en maakt contact met de borststreek door slechts 2 elektroden. Na het ontkoppelen van het toestel en de kabel kan men met de elektroden een douche nemen. Het comfort en de autonomie van het toestel maken een verlengde monitoring van één week mogelijk waarbij het elektrocardiogram tijdens klachten wordt opgenomen na activatie van een centrale knop. Het toestel registreert verder automatisch afwijkingen van het hartritme (te traag, te snel of onregelmatig hartritme)

Indicaties

  • Sporadische klachten van hartkloppingen
  • Flauwvallen, duizeligheid, onwel voelen

Aanbrengen van de miniholter

Beide elektroden worden op de borstkas aangebracht en worden extra bevestigd met pleisters. Het toestel klikt op een elektrode aangebracht ter hoogte van borstbeen en het uiteinde van een kabel klikt op een elektrode geplaatst onder de linker tepel. Het toestel en de kabel zijn niet waterdicht en ontkoppeling is noodzakelijk bij het nemen van een douche.

Toepassing

Na activatie van de zwarte centrale knop wordt het elektrocardiogram van het moment opgenomen in het geheugen van het toestel. De tijdsstrook is vooraf geprogrammeerd, bijvoorbeeld 20 seconden voor en 20 seconden na de activatie. Een kort geluidssignaal bij het begin en het einde van de opname bevestigt de goede werking. Op een bijgevoegd roze formulier kan men notities aanbrengen.

Het apparaat moet verwijderd worden vooraleer een douche of bad te nemen. Uw cardioloog vertelt u hoe dat precies in zijn werk gaat.

Resultaten

Standaard zijn er 10 handmatige opnames mogelijk maar individuele instellingen zijn mogelijk. Na één week wordt het toestel verbonden met een computer die de gegevens uitleest. Zoals bij een klassieke holter gebeurt nadien een handmatige verwerking met het uitvergroten van kritische momenten en het verwijderen van storingen (artefacten). Het definitief protocol wordt opgestuurd naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.