Behandeling door radiotherapie

Radiotherapie gebruikt stralingen (hoogenergetische X-stralen of radioactieve bron) om kankercellen doeltreffend te vernietigen door hun celdeling te stoppen.

Dank zij de moderne bestralingstechnieken wordt de straling gericht op de tumor waardoor de gezonde organen in de bestraalde zone maximaal beschermd worden en de tolerantie van de behandeling stijgt.

Radiotherapie wordt alleen of in combinatie met andere behandelingen (chemotherapie, chirurgie, …) toegepast na overleg met alle artsen die instaan voor uw behandeling.

De indicaties voor radiotherapie zijn veelvuldig: 

  • Een symptoom verlichten (pijn, hoest, bloeding),
  • De evolutie van de tumor stoppen
  • Een recidief verhinderen (preventieve radiotherapie),
  • ...

Hoe wordt een behandeling voorbereid? 

Radiotherapie gebeurt:

  • Ofwel in 2 stappen: simulatie van de positie en behandeling
  • Ofwel in 3 stappen: simulatie van de positie, controle en behandeling

Positiesimulatie 

De voorbereiding is bedoeld om de patiënt in de best mogelijke positie te plaatsen om de bestraling achteraf zo precies mogelijk en zo comfortabel mogelijk te laten verlopen.  De te behandelen zone wordt gelocaliseerd.  Hierna zal een “reperage” scanner uitgevoerd worden. De bestralingsvelden worden vervolgens afgebakend door merktekens op de huid. Het product dat hiervoor gebruikt wordt is fuchsine (fuchsia kleurstof). Opgelet, het product kan vlekken veroorzaken op uw kleding. Draag, indien mogelijk, een T-shirt of een zwart of donker hemdje op de dag van de simulatie.

Zorg ervoor de merktekens niet te wissen. U mag een douche nemen maar niet op de merktekens wrijven. Ze dienen om u bij elke sessie telkens in dezelfde positie te plaatsen . Ze verdwijnen geleidelijk aan na afloop van de behandeling.

De dag van de sessie van de positiebepaling moet u 4u voor de afspraak nuchter zijn (indien dit werd aanbevolen door de dokter). Reken 45 minuten voor deze sessie.

Controlesimulatie 

De controlesimulatie gebeurt op een andere dag. De bedoeling is het behandelingsplan voorbereid door de fysicus en de dokter te controleren, via een radiografie. Ze verzekert de kwaliteit van een gepersonaliseerde behandeling. Reken 30 minuten. U hoeft niet nuchter te zijn.

Behandeling

De behandeling kan éénmalig zijn of gebeuren in meerdere sessies, verspreid over 2 tot  7 weken.

Dankzij nieuwe radiotherapiemachines, duurt een sessie radiotherapie slechts 3 tot  5 minuten per dag maar reken 15 minuten in totaal ongeveer (overleg met de verpleegkundigen, installatie, controlebeeldvorming, … ). De sessies gebeuren elke weekdag, behalve op zaterdag, zondag en feestdagen.

De radiotherapeut zal u elke week of om de 14 dagen ontvangen op de raadpleging, net na uw sessie radiotherapie, om het goede verloop van de behandeling te volgen en zich te vergewissen  of deze goed verdragen wordt.

De resultaten van de behandeling worden één maand na het einde van de behandeling geëvalueerd.

De bijwerkingen van de radiotherapie 

De stralingen zijn pijnloos en onzichtbaar.

De bijwerkingen zijn over het algemeen matig en omkeerbaar! Ze variëren ook in functie van het bestralingsveld:

  • Ter hoogte van het abdomen: ontsteking van de darmen (krampen, buikloop, valse behoeften, misselijkheid, bloedingen (zeldzaam)), irritatie van de blaas (frequente neiging tot urineren, vermindering van de urinestroom)
  • Ter hoogte van de thorax: irritatie van de slokdarm en de luchtwegen (ongemak bij het slikken, maagzuur, hoest, kortademigheid, …)
  • Ter hoogte van de mond: verminderde smaak, minder speeksel, aften (een regelmatige tandcontrole is nodig), ongemak bij het slikken
  • Ter hoogte van de huid: roodheid, tintelingen, stoornis van de pigmentatie, blaarvorming, warmte, droogte
  • Ter hoogte van het hoofd: plaatselijk haaruitval, afnemen van het directe geheugen, concentratiestoornissen
  • Ter hoogte van de genitaliën: risico op onvruchtbaarheid, impotentie

Radiotherapie gaat niet gepaard met haaruitval behalve bij bestsraling  van de hoofdhuid.

U kunt na verloop van de sessies vermoeid zijn of minder eetlust hebben en gewicht verliezen.

Deze bijwerkingen zijn meestal voorbijgaand van aard en verdwijnen over het algemeen enkele weken na het stopzetten van de behandeling. De intensiteit en de duur ervan verschillen van de ene tot de andere patiënt.