Pacemakers in inwendige defibrillatoren

Chirurgie voor pacemaker inplanting

Wat is een pacemaker (PM)

Chirurgie voor pacemaker inplanting<rEen PM is een metalen doosje bestaande uit een computer en een batterij. Via één, twee of drie sondes is hij verbonden met het hart en kan de elektrische activiteit worden opgevolgd. Zo nodig kan de PM, doorheen de sondes, elektrische signalen zenden naar het hart en aldus de hartfrequentie coördineren en eventueel verhogen.

Wanneer plaatst men een pacemaker

Er zijn verschillende elektrische aandoeningen van het hart die een PM inplanting noodzakelijk maken. Maar altijd ligt een te traag hartritme in één of meerdere hartkamers of een slechte interne prikkelgeleiding aan de oorsprong.

Hoe plaatst men een pacemaker

Een PM kan best worden geplaatst in de operatiezaal onder strenge steriele omstandigheden. Na een lokale verdoving wordt een kleine insnede gemaakt onder het rechter of linker sleutelbeen. De grote ader in deze regio (vena subclavia) wordt aangeprikt. De PM sondes worden doorheen de ader opgeschoven, onder radioscopisch zicht, tot op specifieke plaatsen in het hart. Een goed elektrisch contact en functionaliteit wordt peroperatief uitgebreid nagemeten. Dit kan soms enige tijd duren. Ten slotte wordt de pacemaker doos aangekoppeld. Meestal wordt de PM doos begraven onder de huid, maar eventueel kan dit onder de grote borstspier, of zelfs in de buikholte.

Chirurgie voor inplanting van een inwendige hart defibrillator

Wat is een inwendige hart defibrillator

Chirurgie voor inplanting van een inwendige hart defibrillator

Een defibrillator is een pacemaker (zie boven) met extra mogelijkheden. Via elektrische sondes wordt het hartritme opgevolgd. Alle klassieke PM functies zijn aanwezig. Indien het hartritme op hol slaat, wordt dit geregistreerd en geanalyseerd. Zo nodig wordt, na ongeveer 15 seconden, een elektrische ontlading doorheen het hart gejaagd om het niet efficiënte ritme te onderbreken. Andere ritme stoornissen kunnen door een defibrillator opgevangen worden een overdrive pacing uit te voeren, waarbij door de defibrillator een snel gesynchroniseerd ritme opgelegd wordt.

Wanneer wordt een inwendige defibrillator geplaatst

Een defibrillator wordt voorgesteld bij patiënten met een zware ritme stoornis en/of bij patiënten met een hart insufficiëntie (verminderde linker ventrikel functie). De pompfunctie van het hart kan bij deze aandoeningen snel aan efficiëntie verliezen met een daling van de bloeddruk voor gevolg. Een onmiddellijk ingrijpen dringt zich op. Een inwendige defibrillator volgt het hartritme constant op en kan zich zo nodig ontladen.

Hoe plaatst men een defibrillator

De inplanting van een inwendige defibrillator gebeurt op gelijkaardige wijze als het aanbrengen van een pacemaker. Toch zijn er enkele verschilpunten. De cardioloog kan vragen om de goede werking van een defibrillator te controleren peroperatief. Hiervoor wordt het snelle hartritme opzettelijk uitgelokt. De defibrillator moet dit ritme herkennen en corrigeren. Dit alles natuurlijk onder de strikte controle van het chirurgische team. Maar dergelijke schommelingen in hartritme kunnen beter plaatsvinden tijdens een algemene verdoving.

De positie van de defibrillator doos is identiek aan die van een pacemaker, dit wil zeggen tegen het sleutelbeen, onder de grote borstspier of tussen de buikspieren.