Pacemaker en defibrillator controle

Controle van een pacemaker

U heeft een pacemaker (PM) gekregen voor een hartritmestoornis. Deze pacemaker bestaat uit een uiterst geavanceerde microelektronica en een batterij. Hij kan lage voltage stimuli aan het hart geven om het ritme in één of meerdere kamers te versnellen. Na de plaatsing van de PM wordt u uitgenodigd op raadpleging bij uw cardioloog. Hier zullen de verschillende elektrische functies van uw pacemaker worden geëvalueerd en bijgestuurd. Zowel de detectiefuncties als de stimulatiefuncties worden afgesteld op de specifieke behoeftes van uw hart. Ook zal altijd de resterende energie van de pacemakerbatterij worden nagekeken. De controle van uw pacemaker gebeurt door telemetrie. Hierbij wprden de parameters van de hartstimulatie op een computer (programmer) geregistreerd nadat op afstand contact werd gemaakt met de pacemaker. De controle en oppuntstelling van uw pacemaker gebeurt snel, is volledig pijnloos en heeft plaats onder strikte medische controle.

Gemiddeld heeft u één controle om de 6 maanden. Soms vraagt uw cardioloog om sneller terug te komen indien uw toestel minder goed functioneert of indien de batterij zwakker wordt. Het is aan te raden zelf uw pols af en toe op te volgen en altijd het identificatiedocument van uw toestel bij u te hebben. Met een pacemaker kan u een volledig normaal leven leiden. Bij twijfel of indien u zich niet goed voelt, neemt u best onmiddellijk contact met uw cardioloog.

Pacemaker en defibrillator controle

Controle van een inwendige hartdefibrillator

Men heeft bij u een inwendige hartdefibrillator geplaatst omwille van een doorgemaakte of het risico op een levensbedreigende hartritmestoornis. Uw defibrillator is een hoog technologisch toestel en bevat naast een batterij en microelektronica ook een capaciteit die toelaat om hoog voltage elektrische shocks te produceren doorheen uw hart, om aldus een te snel hartritme te couperen.

Na de plaatsing van de elektrische defibrillator door de chirurg, wordt u doorverwezen naar uw cardioloog. Hier zullen de parameters van uw defibrillator uitgetest en aangepast worden aan uw specifieke behoeften. Ook zal de hoeveelheid resterende energie nagekeken worden. De controle van uw defibrillator gebeurt via telemetrie, net zoals voor een pacemaker. De controle en oppuntstelling van uw defibrillator gebeurt snel, is volledig pijnloos en heeft plaats onder strikte medische controle.

Gemiddeld heeft u één controle om de 4 maanden. Soms vraagt uw cardioloog om sneller terug te komen indien er een minder goed functioneren van het toestel is, of indien de batterij haar einde nadert. Het is aan te raden zelf uw pols af en toe op te volgen en altijd het identificatiedocument van uw toestel bij U te hebben. Met een inwendige defibrillator kan U een volledig normaal leven leiden. Bij twijfel, of indien u zich niet goed voelt, neemt u best onmiddellijk contact met uw cardioloog.